Voor geen gat te vangen

“En God Zelf zou bij mij langs komen in de gedaante van een éénjarige, muisgrijze ezel en voor de deur staan en aanbellen en zeggen: „Gerard, dat boek van je – weet je dat ik bij sommige stukken gehuild heb?” „Mijn Heer en mijn God! Geloofd weze Uw Naam tot in alle Eeuwigheid! Ik houd zo verschrikkelijk veel van U”, zou ik proberen te zeggen, maar halverwege zou ik al in janken uitbarsten, en Hem beginnen te kussen en naar binnen trekken, en na een geweldige klauterpartij om de trap naar het slaapkamertje op te komen, zou ik Hem drie keer achter elkaar langdurig in Zijn Geheime Opening bezitten, en daarna een present-eksemplaar geven, niet gebrocheerd, maar gebonden – niet dat gierige en benauwde – met de opdracht: „Voor De Oneindige. Zonder Woorden”.”
Gerard Reve in Nader tot U, een toch wel “gelauwerde” zin, een stukje bruisend proza in het formaat van een zin, bij wijze van attentie voor het vandaag jarige deel van het publiek van deze blog.

Trieste wetenschap

“Hij draaide de kop naar Jezus, keek Hem uit al de diepte van zijn getob in de ogen, te vragen: Weet Gij waarom ze zoveel bloemen strooien op mijn weg?”

(Paul Van Ostayen: “De ezel”.- In: “Diergaarde voor kinderen van nu. Tweede reeks“. Zie ook hier)