Vonken vliegen de asch van boeken

“Duizenden vonken spatten uit een onnoemelijk grooten vuurpoel op en vlogen in een wervelwind heen en weer, naar alle windstreken de asch van boeken, kostbare stukken uit den eersten tijd der boekdrukkunst, zeldzame manuscripten van de Universiteitsbibliotheek, verspreidend.”

Hervé de Gruben, student en verpleger, in zijn dagboek op 26 augustus 1914 in Leuven (geciteerd in De Standaard van 26/08/2014). “De asch van boeken” lijkt even lijdend voorwerp bij “opspatten” of “vliegen”. Die dan opgerokken moeten worden tot buiten hun gewone doen van intransitief werkwoord. Totdat “verspreidend” de lezer in verwarring brengt, en de woorden zich beginnen herorganiseren.

Desselfs yselijkheid

“Nadat de Brand een einde had genomen, was niemand in staat, om op ’t gezigt dier voorheen bloeijende Stad, desselfs yselijkheid met de penne te beschrijven.”

Uit een ooggetuigenverslag, voorzien van een gezicht op de stad Lissabon van voor de aardbeving van 1755, uitgegeven bij Petrus Schenk en Zoon, “Konst- en Kaartverkopers” in de Kalverstraat te Amsterdam. Een exemplaar is te zien in het Museu da Cidade in Lissabon.

Vuurwerk

“Een andere foto, een schouwspel van een
door elkaar van objecten van binnen
de verbrande lichamen, dat, verdoft
maar nog steeds herkenbaar als staal,
het fornuis had overleefd,
dat werd mij verzekerd temperaturen bereikte
boven de duizend graden:
stalen heupgewrichten, vier of vijf
verlostangen, veren, kabels,
een item dat leek op een schroevendraaier
en een ander de grootte en de vorm
van een hoefijzer, samen met
gesorteerde brokjes metaal van onkenbare
afkomst, alles waarschijnlijk
onderdeel van die technologieën
die we gebruiken om onze levens
makkelijker te maken, alsof
deze hier verbrand eerst waren gegeven
in de handen van horlogemakers.”

(eigen vertaling van)

“Another picture, showing a
Clutter of objects from within
The burned bodies, that, dulled
But still recognizable as steel,
Had survived the furnace,
Which I was assured reached
Temperatures above a thousand degrees:
Steel hip-joints, four or five
Pairs of forceps, springs, coils,
An item resembling a screwdriver
And one the size and shape
Of a horse-shoe, along with
Assorted scrap-metal of unknowable
Purpose, all presumably
A part of those technologies
Which we use to extend
Or add comfort to our lives, as though
Those here burnt had first been given
Into the hands of watchmakers.”

(Michael Cope: On fire.- hier)

Groot vuur

“Hoe alles gezegd kan worden, hoe voor alle, voor de vreemdste ingevingen een groot vuur is bereid, waarin zij vergaan en verrijzen.”

“Wie alles gesagt werden kann, wie für alle, für die fremdesten Einfälle ein großes Feuer bereitet ist, in dem sie vergehn und auferstehen.”

Kafka die terugblikt op de toestand waarin hij een verhaal geschreven heeft, en nu weet: “Nur so kann geschrieben werden, nur in einem solchen Zusammenhang, mit solcher vollständigen Öffnung des Leibes und der Seele.” (Franz Kafka: Tagebücher 1910-1923. Herausgegeben von Max Brod. Frankfurt am Main: Fischer Verlag 1973, p. 183). Met Jeff Buckley in gedachten, zie ook hier.

Vriendelijk vuur

“But coming down in total blackout, without one glint of light, only great invisible crashing.”

(Thomas Pynchon: Gravity’s Rainbow.- London: Picador 1973, p.3)

“Maar dan omlaag komend in volslagen duisternis, zonder één glimpje licht, alleen een overweldigend onzichtbaar te pletter storten.”

(Yang, jg. 28, 1992/1, p.57)

In memoriam de ramp van Tessenderlo (29 april 1943), chronologisch het middenstuk in een drieluik, met aan de ene kant het bombardement van Mortsel (6 april 1942), en aan de andere kant het bombardement van Beverlo (12 mei 1944): mijn moeder overleefde de ramp, mijn vader het bombardement op Beverlo, het huis waarin ik woon het bombardement op de toenmalige Erlafabriek hier om de hoek.

Bijna 5 jaar later weer bovengehaald n.a.v. de aanslagen in Brussel van 22 maart ’16. Om in elkaar te laten reflecteren: enerzijds het Angelsaksische “friendly fire” van tijdens de Tweede Wereldoorlog in anderzijds het voze terreurgeweld & omgekeerd. Au fond is er een groot verschil. Au fond is er geen verschil.

Het vuur in de verte

“Want wat was dit toch voor een feest, wat betekende die altijd voortdurende hoogtijd, waar geen einde aan kwam en waar hij al zo lang, altijd al, van zijn kinderjaren af zo vurig naar had verlangd, maar waar hij voor goed van was uitgesloten?”
Prins Mysjkin in Fjodor M. Dostojewski: Verzamelde Werken. De idioot.– Amsterdam: Van Oorschot 1960, p. 521.

Voici la nuit

“Hier is de lange nacht wij gaan op
op deze plek er is niks anders
dan deze plek geruïneerde hoop:
met Zijn oponthoud in onze huizen
bereidde Hij de aarde
als een struik waarin het vuur.”

(eigen vertaling van)

“Voici la nuit,
La longue nuit où l’on chemine,
Et rien n’existe hormis ce lieu,
Hormis ce lieu d’espoir en ruine :
En s’arrêtant dans nos maisons,
Dieu préparait comme un buisson,
La terre où tomberait le feu.”

(uit de hymne Voici la nuit van Didier Rimaud, zie ook hier en hier)

Paf

“Allons, u zult beamen dat u paf zou staan als er nu uit de hemel een wagen neerdaalde om mij mee te nemen, of als de sneeuw ineens vlam vatte.”

(Albert Camus: De val.- Amsterdam: De Bezige Bij 1987, p.117)

Tussen de boekenrekken, aan de Naamsestraat

“Ja, maar wie zal ons genezen van het doffe vuur, van het kleurloze vuur dat bij het vallen van de avond door de rue de la Huchette holt, dat uit de vermolmde portieken kruipt, uit de smalle vestibules, van het gestalteloze vuur dat de stenen likt en op de loer ligt in de deuropeningen; hoe kunnen wij onszelf reinigen van de zoete verzenging die verder vreet, die zich voorgoed in ons nestelt verweven met tijd en herinnering, met de kleverige substanties die ons aan deze kant houden, die ons op zoete wijze zal verteren tot we verast zijn.”

(Julio Cortàzar: Rayuela: een hinkelspel. Vertaald door Barber van de Pol.- Amsterdam: Meulenhoff 1973 (4e druk: 1984), p.361)